Boerenjongens zijn rozijnen op brandewijn. Vroeger werd het vooral op zon- en feestdagen ‘gedronken’. Oud Hollandse likeuren ontstonden in de 17e eeuw toen de schepen van de Oostindische Compagnie allerlei kruiden, specerijen en exotische vruchten naar Nederland brachten. Naast boerenjongens zijn er ook boerenmeisjes: abrikozen op brandewijn.
Eindeloos variëren
Boerenjongens en -meisjes kan je natuurlijk in allerlei gerechten toepassen. In ijs, met sûkerbôle (suikerbrood), over crêpes, in gebak en desserts. Bij stoofpeertjes, in rode kool, met paté, om jus af te blussen van varkenshaas of biefstuk, in een borrelglas bij de kaasplank…
Recept boerenjongens en boerenmeisjes
Het inleggen van rozijnen of ander gedroogd fruit is een manier van conserveren.
Boerenjongens
Wat heb je nodig?
400 gram rozijnen
200 gram suiker
1 stokje pijpkaneel
1 liter brandewijn.
Bereidingswijze
Was de rozijnen en laat ze goed uitlekken. Breng ze met 2½ dl water, pijpkaneel en suiker aan de kook en houd ze ca.10 min tegen de kook aan. Laat het mengsel afkoelen en verdeel over twee goed schoongemaakte weckpotten. Giet de brandewijn erover en sluit de potten goed af. Laat de boerenjongens minimaal 6 weken op een koele donkere plaats staan voor je ze gebruikt.
Boerenmeisjes
Wat heb je nodig?
400 gram gedroogde abrikozen
300 g suiker
Stukje pijpkaneel
Sap van ½ citroen
½ vanillestokje
1 liter brandewijn
Bereidingswijze
Breng 4 dl water met suiker, citroensap, kaneel en vanillestokje aan de kook. Van het vuur af abrikozen toevoegen, mengsel laten afkoelen en afgedekt ca. 48 uur laten staan. Abrikozen in twee goed schoongemaakte weckpotten doen en brandewijn erop schenken tot de abrikozen onder staan. Pot goed afsluiten en 6 weken op een koele donkere plaats bewaren.