Pasta is er in veel soorten, vormen en kleuren.
Over het algemeen is het zo, dat hoe fijner de saus hoe kleiner en fijner de soort pasta die je erbij kiest. En als je een wat grovere saus hebt, kun je een wat grotere pastasoort kiezen.
Vers of gedroogd?
De beter bekende pastasoorten worden gemaakt van tarwebloem gemengd met eieren, en gekneed tot een zacht deeg, uitgerold en in de gewenste vorm gesneden of gebracht en daarna gekookt. Om een langere houdbaarheid te verkrijgen wordt de pasta ook wel gedroogd.
Durum tarwe
Hoe harder de tarwe hoe beter de kwaliteit van de pasta. Durum tarwe komt voor in het Middellandse Zee gebied en is de hardste tarwesoort.
Soorten pasta met een kleurtje
Het is mogelijk om je pasta een kleurtje te geven door er een extra ingrediënt aan toe te voegen. Zo krijg je rode pasta door wat tomatenpuree aan de rauwe pasta toe te voegen. Groene pasta door spinazie en/of basilicum erbij te doen en zwarte pasta door inkt van de inktvis aan het deeg toe te voegen.
Voorkom pasta die plakt
Voor pasta die plakt zijn twee belangrijke oorzaken aan te wijzen.
1. De kwaliteit van de tarwe waarvan de pasta gemaakt is. Hoe harder de soort tarwe, hoe beter de kwaliteit. Naarmate de kwaliteit slechter is, geeft de pasta meer zetmeel af tijdens het koken. Dit bevordert plakkerigheid.
2. De hoeveelheid water waarin de pasta gekookt wordt. Als je genoeg water gebruikt, wordt het zetmeel dat de pasta afgeeft tijdens het koken voldoende verdund om plakkerigheid te voorkomen. Een scheutje olie in de pan helpt trouwens niet om plakken te voorkomen.
Koken van pasta
Het koken van pasta is niet moeilijk.
- Gebruik een grote pan met deksel
- Gebruik 1 liter water per 100 g pasta
- Voeg een snufje zout toe als het water net kookt, voeg daarna de pasta toe.
- Roer de pasta, als deze even kookt, met een vork door
- Lees de gebruiksaanwijzing en houdt de kooktijd voor die soort pasta aan. Voor ‘al dente’ of beetgare pasta is de kooktijd 1 a 2 minuten korter.
- Giet de pasta af in een vergiet. Schudt het overtollige water weg, afspoelen met koud water is niet nodig en nadelig voor de smaak.
- Je kunt de pasta meteen mengen met de saus.
Spaghetti
De belangrijkste en bekendste pastasoort blijft toch wel spaghetti. Ze zijn er in verschillende dikten en hebben een ronde langwerpige vorm. Er zijn ook wat dikkere slierten die hol van binnen zijn. Deze heten Bucatini.
Sauzen die erbij passen zijn bijvoorbeeld: Bolognese, tomatensaus met groenten en rundergehakt, Carbonara, een saus met kaas en ei.
Cannelloni
Grote ronde pijpen die gevuld worden met een vlees, vis of groentemengsel.
Vul de cannelloni met een niet te dunne saus.
Farfalle
Dit is vlinder- of strikvormige pasta. Deze pasta staat leuk in een salade en is ook geschikt om te combineren met sauzen met doperwten.
Gnocchi
Gnocchi is een pastasoort die behalve van tarwemeel ook gemaakt wordt van gekookte aardappelen. De combinatie van meel, eieren en aardappelen zorgen voor een bijzondere en zachte textuur. Van het tarwemeel/aardappeldeeg worden balletjes gevormd die vervolgens met vork van een ribbelstructuur voorzien worden. De ribbels helpen de saus beter te laten hechten.
Lasagnevellen
Lasagnevellen zijn grote platte vellen van pastadeeg. Je kan ze zowel vers als gedroogd gebruiken. Wissen lagen tomatensaus en bechamelsaus af met lasagnevellen en dek de bovenste laag af met geraspte kaas. Zet de lasagne dan nog 35 tot 45 minuten in de oven.
Macaroni
Macaroni is een holle pastasoort in de vorm van boogjes. Macaroni is er in verschillende maten van heel klein en fijn tot vrij grof en groot. Kies bij een fijne gladde saus kleine macaroni en bij een grove saus wat grotere macaroni.
Orzo
Orzo is pasta in de vorm van rijst. Het wordt dan ook gegeten als rijst. Het wordt verwerkt in gerechten als risotto, pilaf of salades.
Penne, penne rigate en rigatoni
Penne is pasta in de vorm van rechte holle buisjes. De penne zijn schuin afgesneden. Penne rigate hebben een ribbelmotief die helpt de saus beter te hechten aan de pasta. Rigate betekent gestreept in het Italiaans. Rigatoni zijn ook holle buizen maar ze zijn niet schuin maar recht afgesneden.
Conchiglie
Conchiglie of conchigliette is pasta in de vorm van schelpen. Conchiglie is het Italiaanse woord voor schelp. Je hebt conchiglie in verschillende maten en kleuren. Door de vorm kan deze soort pasta veel saus opnemen. De allerkleinste conchiglie wordt ook wel gebruikt in de soep.
Fusilli en spirelli
Fusilli en spirelli zijn gedraaide vormen van pasta. Langwerpige stukjes deeg zijn gedraaid zodat een spiraalvorm ontstaat. Voordeel is dat de saus zich goed hecht en goed verdeeld kan worden over de pasta.
Tagliatelle, linguine of pappardelle zijn lange platte vormen van pasta. Ze worden ook wel lint- of bandnoedels genoemd. Tagliatelle heeft een breedte van 7-8 mm en pappardelle is breder meestal een centimeter of meer. Linguine is wat smaller en is aan één kant plat en aan de andere kant bol. Deze pasta is in verschillende kleuren verkrijgbaar.
Tortellini
Tortellini wordt gemaakt door een grote lap pastadeeg in vierkantjes te snijden. Deze vierkante stukjes deeg worden gevuld met een vulling en vervolgens diagonaal dichtgevouwen en in een rondje gevormd. De tortellini’s worden daarna gekookt in water met wat zout en gegeten met een saus naar keuze.
Ravioli
Ravioli lijkt op tortellini. Om ravioli te maken verdeel je de vulling op een lap pastadeeg. Vervolgens dek je de pastalap af met een andere lap pasta. Daarna snijd je de los van elkaar zodat iedere ravioli zijn eigen vulling heeft.