Wijn uit de Bourgogne is wereldwijd bekend en geliefd, maar ook berucht om zijn hoge prijskaartje. Zeker de laatste jaren is de wijn er niet goedkoper op geworden. Toch blijft de vraag hoog en zweren restaurants bij de Franse klassiekers. Namen als Chablis, Montrachet, Vosne-Romanée en Chambolle-Musigny prijken al sinds jaar en dag op kaarten van de betere restaurants en zijn erg in trek bij verzamelaars. En die moeten dus de buidel trekken. Maar waarom zijn Bourgogne wijnen nou zo prijzig?
Verschillende factoren dragen bij aan de hoge kosten van de wijnen. We bespreken ze kort:
Terroir
De Bourgogne staat bekend om zijn terroir. Een begrip dat wijnboeren maar al te graag gebruiken om hun wijnen te omschrijven. Terroir kan je zien als een combinatie van bodem, klimaat en topografie die unieke groeiomstandigheden biedt voor Chardonnay en Pinot Noir. Deze gedijen goed in de microklimaten van de Bourgogne, wat resulteert in wijnen met complexe smaken en aroma’s. Wijnen die verschillen van dorp tot dorp, soms zelfs van wijngaard tot wijnhaard. Het terroir bepaalt de authenticiteit en (voor een groot deel) de kwaliteit van de wijn. En ja, terroir zorgt ook voor een hoog prijskaartje.
AOC (wetgeving)
Een ander aspect is de strikte regelgeving en classificatiesystemen in de Bourgogne. De regio is verdeeld in verschillende appellaties of AOC’s (appellation d’origine contrôlée) die de herkomst en kwaliteit van de wijnen reguleren. Wijnen die voldoen aan de strenge eisen van bijvoorbeeld Grand Cru of Premier Cru kunnen aanzienlijk duurder zijn vanwege hun prestige en beperkte productie. Maar ook wijnen uit ‘village’ appellaties zijn vaak al duurder dan de meest generieke wijnen zoals een Bourgogne Pinot Noir.
Ambachtelijk en kleinschalig
Daarnaast is de productie van Bourgogne wijnen vaak kleinschalig en arbeidsintensief. Wijnboeren beperken hun opbrengst door flink te snoeien en daarmee geconcentreerde druiven te stimuleren. Veel wijnboeren werken op familiebedrijven en oogsten de druiven met de hand, wat meer tijd en kosten met zich meebrengt dan machinale oogstmethoden. Bovendien vereist het vinificatieproces vaak veel aandacht en expertise om de gewenste kwaliteit te bereiken.
Élevage
Op het ‘opvoeden’ van wijn gaat in de Bourgogne weer net even anders. Waar sommige wijnmakers, zeker in de nieuwe wereld, hun wijnen soms al binnen 3 maanden na de oogst in de schappen hebben liggen, neemt men in de Bourgogne de tijd. Sommige wijnmakers wachten 18 maanden totdat gebotteld wordt. Die lange rijpingstijd van veel Bourgogne wijnen draagt ook bij aan de hogere kosten. Sommige wijnen worden pas na meerdere jaren of zelfs decennia op de markt gebracht, wat investeringen in opslag en geduld vereist van wijnmakers.
Naast bovenstaande argumenten is er ook gewoon marktwerking. Er is veel vraag naar Bourgogne wijnen, en het aanbod is relatief beperkt. Dan hoef je geen econoom te zijn om te weten dat dit de prijs stuwt. De vraag naar Bourgogne wijnen stijgt overigens nog steeds, onder andere landen als China en Japan zorgen hiervoor. Al met al zijn Bourgognes dus duurdere wijnen.