belegger

Zo herken je een professionele belegger

Als we er de wet op het Financieel toezicht op naslaan, dan krijgen we een erg omvattende definitie van een professionele belegger. In die omschrijving heeft de wetgever het voornamelijk over beleggingsondernemingen, financiële instellingen en marketmakers. Wij leggen de focus echter op de vier gemeenschappelijke kenmerken van professionele beleggers en hoe zij verschillen van de klassieke belegger. Het doel: aangeven wat je kan leren van professionele beleggers om ook zelf het maximale te halen uit jouw investeringsbudget.

Start met doelen en strategieën

Alle professionele beleggers stellen jaarlijkse en tussentijdse doelen op. Die doelen zullen hen helpen om ook een bepaalde strategie te hanteren. In zo’n strategie zal de professionele belegger aangeven wanneer een bepaald aandeel gekocht of verkocht zal worden. Belangrijk, want zo voorkomt de professionele belegger paniekverkopen en misgelopen winsten. Door het investeerdersbudget in een ruimere strategie te plaatsen en het te behandelen alsof het je eigen bedrijf was, kan je het beheer objectiveren en voorkom je psychologische stoorzenders. Een veel gehanteerde strategie is het periodiek beleggen, waarbij de investeringen worden aangehouden. Gaat de koers even wat lager, dan worden nog steeds aandelen gekocht en wordt die daling als een opportuniteit aanzien.

Denk steeds op lange termijn

De doelen van een professionele belegger zijn steeds op de lange termijn te situeren. Het geloof in een uitgestippelde investeringsstrategie is hier dan ook onontbeerlijk. Op korte termijn kunnen bepaalde (risicovolle) investeringen inderdaad verlieslatend zijn, maar op lange termijn kan er een golvende groei te noteren vallen. Evoluties op korte termijn mogen de mindset dan ook niet beïnvloeden.


Een gespreide portefeuille

Denken op lange termijn staat zeker niet gelijk aan risico’s blijven incasseren. Het beperken van de risico’s gebeurt dan ook eerder door de portefeuille te spreiden en een risicoprofiel op te stellen. Een defensieve portefeuille zal bijvoorbeeld maar voor een beperkt gedeelte bestaan uit aandelen, terwijl een offensieve portefeuille net het omgekeerde zal nastreven. Vergeet niet: hoe defensiever een portefeuille, hoe kleiner de kans op grote winsten is. Kies daarom voor een spreidingsplan op maat van jouw behoeften. Zet vooraf uiteen hoeveel procent van het budget je wenst te investeren in bijvoorbeeld aandelen, obligaties, afgeleide instrumenten en vastgoed. Dat laatste is belangrijk, aangezien ook vastgoed een steeds belangrijkere rol inneemt in een beleggingsportefeuille. Het kan hierbij gaan om het investeren in fysiek vastgoed, maar evenzeer om investeringen in vastgoedfondsen of -vennootschappen.

Spreiding binnen spreiding

Alleen spreiding op vlak van instrumenten is nog niet voldoende. Beleggen we bijvoorbeeld alles binnen dezelfde sector, dan lopen we nog steeds heel wat risico’s. Onderzoek heeft reeds aangetoond dat sommige Nederlandse beursvennootschappen op dit vlak te kwetsbaar zijn, waardoor ook lang niet iedere professionele belegger zijn spreidingsplan optimaliseert. Toegegeven: een en ander is natuurlijk nog steeds afhankelijk van het gehanteerde risicoprofiel. Een offensief profiel zal dan ook vaak iets minder gespreid zijn dan een defensief profiel.

Hoe dan ook raden wij steeds aan om ook binnen ieder gekozen instrument de nodige spreiding uit te oefenen. Ook hier kan gewerkt worden aan de hand van percentages die in het doel en de strategie uiteengezet werden. In het geval van aandelen beleggen we bijvoorbeeld in verschillende sectoren, maar ook in diverse continenten en munten. Bij fysiek vastgoed zou dat bijvoorbeeld verschillende vastgoedvormen beteken (bv. handelspanden, woningen, appartementen, garages), maar ook in verschillende regio’s en settings (bv. in de stad, rondom de rand, de nieuwe hippe gemeenten, …). Door te spreiden vermijden we fikse risico’s, hebben we meer zekerheid en voorkomen we psychische kwaaltjes die de winst onderuit kunnen halen. Zo zie je maar: in de praktijk vloeit alles altijd weer samen en staat de strategie steeds centraal.