Je kunt ze eten op als je op reis bent, maar steeds meer soorten exotisch fruit zijn ook gewoon in de buurt te koop. Sommig fruit ziet er uit alsof ze van een andere planeet afkomstig zijn.
Maar laat je door het uiterlijk niet afschrikken. De smaak is vaak heerlijk en ze zijn heel gezond.
Jackfruit of Nangka
Dit fruit komt oorspronkelijk uit India. Het is een fruitsoort die gewaardeerd wordt om zijn uitgesproken smaak en kleur. Bovendien is jackfruit gezond. Het bevat vitamine A, B en C en mineralen als potassium, calcium en ijzer.
Het vruchtvlees van de jackfruit wordt ook wel gekookt, gedroogd, in het zuur gelegd of ingeblikt. Jackfruit kan ook verwerkt worden in jam, gebak en salades maar kan ook zo gegeten worden.
Drakenfruit
Drakenfruit is een mooie fruitsoort om te zien die wordt verbouwd in Zuid-Oost Azië, Centraal- en Zuid-Amerika. Drakenfruit groeit aan een cactussoort. De kleur van het vruchtvlees kan variëren van wit tot rood.
Drakenfruit heeft weinig calorieën maar is wel rijk aan voedingsstoffen zoals vitamine C, fosfor, calcium, vezels en antioxidanten. De schil laat zich makkelijk verwijderen waarna je het vruchtvlees kan eten dat licht naar kiwi smaakt.
Lychee
De lychee groeit aan wintergroene bomen in Zuid-Oost Azië ten zuiden van China, India en Taiwan. De lychee heeft sappig wit vruchtvlees en wordt omhuld door een donkerrode schil. Lychees leveren veel vitamine C, zelfs meer dan een sinaasappel en calcium, fosfor, magnesium en proteïnen. Naast verse lychees, zijn er ook lychees in blik of gedroogde lychees te verkijgen. Ze worden gebruikt in jams en sauzen in de Aziatische keuken en zo gegeten.
Passievrucht
De passievrucht komt oorspronkelijk uit Brazilië. De vruchten hebben een zeer aromatische en herkenbare geur en smaak. De schil is paar-bruin en is vaak wat gerimpeld. Het vruchtvlees geelgroen met pitjes. De passievrucht is rijk aan vitamine A en C en bevat veel antioxidanten. Er wordt gedacht dat passievruchten de spijsvertering bevorderen en de symptomen van allergische reacties en astma vermindert.
Granaatappel
Granaatappels komen voor van Iran tot India, het Midden-Oosten, Zuid-Europa en Californië. De granaatappel heeft een leerachtige schil en bevat eetbare zaden met een daaromheen rood vruchtvlees. Een granaatappel levert je 40% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine C. Verder bevat de granaatappel foliumzuur, potassium, vitamine A, B en E.
Je kunt de zaden met vruchtvlees zo eten of als garnering gebruiken over toetjes of bij salades. Maar de granaatappel wordt ook verwerkt als sap en limonade (grenadine).
Sterfruit
Een andere naam voor sterfruit is carambola. De vrucht komt oorspronkelijk uit Indonesië, maar wordt nu in veel landen met een tropisch klimaat gekweekt. De vruchten hebben een zoet-zure smaak. Als sterfruit nog niet rijp is, is de kleur groen en wordt geler en zoeter naarmate hij rijper wordt. Je kunt de sterfruit zo eten door hem zonder te schillen in plakjes te snijden. Sterfruit is rijk aan vitamine A en C, ijzer en vezels.
Mangosteen
In Nederland ook bekend onder de naam Mangistan is een vuistgrote vrucht die van oorsprong in Zuid-Oost Azie voorkomt. De vrucht heeft een dikke, paarse leerachtige schil, daarbinnen zit wit vruchtvlees in partjes die op een citrusvrucht lijken. Mangosteen bevat krachtige antioxidanten, namelijk xanthonen. De vrucht wordt daarom al eeuwen gebruikt voor medicinale doeleinden o.a. in de Ayurveda. Daarnaast bevat de mangosteen ook vitamine C, diverse B vitamines, fosfor, kalium, calcium en ijzer. De meeste xanthonen bevinden zich alleen in de niet eetbare schil. Vandaar dat extracten uit de schil vaak wordt verwerkt als thee, drankjes of capsules. Het vruchtvlees kan zo gegeten worden of verwerkt in salades of drankjes.