boeterente bij oversluiten

Je hypotheek oversluiten. Hoe zit het met de boeterente?

Rentewinst

Banken maken rentewinst. Ze verdienen aan het verschil, de marge waartegen ze spaargelden kunnen aantrekken en leengelden (van hypotheken m.n.) kunnen uitzetten. Rentewinst is een belangrijke inkomstenbron voor banken in Nederland. Veilig ook, als ze onroerende zaken in onderpand hebben en hun debiteuren vooraf goed hebben gescreend.

Rente en aflossing betalen

Als je een lening krijgt bij de bank, moet je rente en aflossing betalen. De rente is meestal vast, soms variabel. Als de rente voor een bepaalde tijd is vastgezet, spreken we van een rentevaste periode.

Oversluiten aan het eind van een rentevast periode

Aan het eind van de rentevaste periode kun je gaan onderhandelen over een nieuwe rentevaste periode. Maar als je tussentijds, dus tijdens een lopende rentevaste periode, je hypotheek wilt oversluiten, ben je een boete verschuldigd aan de bank. Dat doe je als de marktrente (de actuele hypotheekrente) beduidend lager is dan de vastgezette rente. Datzelfde geldt ook bij vervroegde aflossing van de hypotheekschuld. Je bent dan als consument goedkoper uit, omdat je minder rente betaalt in je maandlasten.


Als de consument een voordeeltje heeft, is de bank logischerwijs duurder uit. De bank loopt immers toekomstige rente-inkomsten mis, waar ze al op gerekend hebben. Vandaar dat de banken het redelijk vinden om een boete bij oversluiten te laten betalen. Die wordt met een naar woord ook wel boeterente genoemd.

Regels voor het bepalen van de boeterente

Vroeger hadden banken vrij spel bij het bepalen van de hoogte van de door de consument te betalen boeterente. Sinds 2016 heeft de Toezichthouder AFM de wildgroei aan boetevormen beperkt. Er gelden sindsdien vaste rekenregels, waarvan niet meer mag worden afgeweken door de banken.

Toch gaat het nogal eens mis en worden er onredelijke bedragen in rekening gebracht. En natuurlijk nooit in het voordeel van de klant.


Hoofdregel

De AFM heeft afgekondigd, dat de bank bij de berekening van de boeterente nooit meer in rekening mag brengen dan het gemiste toekomstige voordeel van de bank zelf. Dat lijkt redelijk, toch? Het probleem zit hem in de jaren voor 2016. De AFM wil namelijk, dat ook de boeterentedossiers uit de jaren 2011 t/m 2016, worden onderzocht op te hoge boeterenteberekening. En dat de banken daarvoor alsnog compensatie aanbieden. Dat lijkt dus op invoering van een rekenregel met terugwerkende kracht, maar dat is het niet, omdat de AFM al ruim voor 2011 aandrong op een uniforme, redelijke rekenwijze.

Het gaat om 27.000 gevallen waarin er een te hoge boeterente in rekening is gebracht. Steeksproefsgewijs heeft de AFM daarvan 150 gevallen uit de kast getrokken en onder de loep gelegd. In 35 van die 150 gevallen, zeg maar een kwart van de onderzochte dossiers, blijkt de boeterente nog steeds te hoog te zijn, of de compensatie te laag, het is maar hoe je het bekijkt natuurlijk. 15 Banken kunnen daarvoor een boete of vermaning van de AFM krijgen.