Het pensioenakkoord is onzeker maar wel eerlijker

Het heeft een tijd geduurd maar het pensioenakkoord ligt er na bijna 10 jaar. Graag zetten we de belangrijkste veranderingen op een rijtje. En kijken ook in de toekomst waar nog onzekerheden liggen.

Waarom een pensioenakkoord?

De arbeidsmarkt is de afgelopen jaren veranderd: zo zijn er meer zelfstandige en werken we dus niet meer ons hele leven voor dezelfde baas. Ook vergrijst Nederland maar worden we ook steeds ouder. Deze dingen zorgen ervoor dat er relatief meer gepensioneerden zijn dan mensen die premie inleggen. Als je kijkt naar de financiële situatie in deze tijd, de forse crisis en de jarenlange lage rentestanden dan is de uitkomst dat een waardevast pensioen onhaalbaar is geworden. Tijd om daar een verandering in aan te brengen.

Wanneer gaat het nieuwe pensioenakkoord in?

Begin juni 2019 hebben werkgevers, de vakbonden en de overheid een principeakkoord gesloten. De verwachting is dat dit nieuwe pensioenakkoord gaat gelden vanaf 1 januari 2022 en voor de AOW per 1 januari 2020. Opgebouwde pensioenen moeten worden omgezet naar een nieuw pensioencontract. Het is onduidelijk hoelang deze overgangssituatie gaat duren omdat dit per pensioenfonds anders ingevuld kan gaan worden.


Wat zijn de grootste veranderingen?

Mee- en tegenvallers

De grootste verandering is dat je als deelnemer in een pensioenfonds straks te maken krijgt met meevallers en tegenvallers. Op dit moment zijn pensioenfondsen verplicht grote buffers achter de hand te hebben. Zo kunnen ze ook bij tegenvallende beleggingen uitkeringen garanderen. De verwachting is dat pensioenfondsen in het nieuwe stelsel minder grote buffers hoeven te hebben. Zo krijgen ze meer ruimte om de koopkracht van gepensioneerden op peil te houden (indexatie). In het nieuwe plan mogen fondsen hun uitkering aanpassen bij economische goede of juist slechtere tijden. Dat risico moet wel ‘uitgesmeerd’ worden over 10 jaar. Dat voorkomt dat je veel geluk of pech zou kunnen hebben met het jaar waarop je pensioen ingaat (denk aan een financiële crisis, zoals die in 2008).

AOW-leeftijd

De AOW-leeftijd stijgt minder snel en wordt om te beginnen 2 jaar ‘bevroren’. Tot en met 2024 stijgt de AOW-leeftijd gestaag tot 67 jaar. Personen die later dan in 2024 met pensioen mogen, weten nog niet zeker wanneer zij AOW krijgen. De AOW-leeftijd hangt dan af van de levensverwachting. Deze wet moet nog worden aangenomen door de Tweede en Eerste Kamer.

De premie

Op dit moment betaalt iedereen die deelneemt aan een pensioenregeling dezelfde premie. Dit wordt doorsneesystematiek genoemd. Omdat de inleg van bijvoorbeeld een 24-jarige veel langer belegd kan worden dan de inleg van een 54-jarige, is dat eigenlijk niet eerlijk. Daarom is besloten de hoogte van je pensioenpremie nu, meer mee te laten te tellen bij het vaststellen van je pensioenuitkering later. Dat betekent voor jongeren dat ze meer pensioenopbouw gaan krijgen voor wat ze in het begin van hun loopbaan hebben ingelegd. Voor de mensen die nu tussen 40 en 55 jaar oud zijn pakt dit minder goed uit: zij hebben toen zij jong waren meebetaald voor de huidige gepensioneerden, maar de jongeren nu betalen niet meer voor hen.


Zzp’ers en flexwerkers

De kans is groot dat je in je carrière een of meerdere keren van baan bent gewisseld. Of je bent begonnen in loondienst en hebt besloten verder te gaan als zzp’er. Dan heb je jarenlang premie betaald voor een pensioen waar je later relatief (te) weinig van terugziet. In het pensioenakkoord is daarom afgesproken dat het wettelijk mogelijk moet worden dat zzp’ers zich -onder bepaalde voorwaarden- vrijwillig kunnen aansluiten bij een pensioenregeling. Een voorwaarde kan bijvoorbeeld een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering zijn.

Geld opnemen uit pensioenpot

Volgens het nieuwe pensioenakkoord heb je straks de mogelijkheid om een deel van je pensioen (maximaal 10%) op te nemen op je pensioeningangsdatum. Dit kun je bijvoorbeeld gebruiken om je hypotheek af te lossen. Dit kan voordelig zijn want zo heb je minder woonlasten op je oude dag. Houd er wel rekening mee dat je maandelijkse pensioenuitkering hierdoor lager wordt.

eerder stoppen met werken

Wat merk ik van de veranderingen?

Hoeveel impact dit pensioenakkoord heeft op je pensioen hangt af van welke generatie je bent. De voordelen voor de jongeren zijn duidelijk, hoewel zij met veel meer onzekerheid te maken krijgen dan de generaties voor hen. De huidige 65+ers en bijna-gepensioneerden zijn het beste af: voor hen verandert er weinig en ze kunnen eerder dan verwacht stoppen met werken. Hier staat wel tegenover dat zij al jaren geen indexatie hebben gekregen en soms zelfs gekort zijn. De generatie tussen 40 en 55 valt tussen wal en schip: zij hebben jarenlang relatief veel premie betaald, waar ze door het nieuwe stelsel weinig van terug gaan zien. Er komen wel overgangsregelingen en compensatiemaatregelen die vooral op deze groep gericht zijn.

Jong

Ga je ruim na 2040 met pensioen, dan kan je ervan uitgaan dat de AOW tegen die tijd een sociaal minimum is. Na 2040 staan er tegenover iedere gepensioneerde namelijk nog maar 2 werkenden, terwijl dat er nu nog 4 zijn. Het werkgeverspensioen is dan volledig afhankelijk van levensverwachting en rendement.

Middelbaar

Ben je nu tussen de 40 en 55 jaar oud, dan krijg je te maken met veel onzekerheid over je pensioen. We weten niet hoeveel de pensioenleeftijd nog gaat schuiven, omdat we niet weten of de levensverwachting blijft stijgen. De jaren waarin je nog een aanvullend pensioen op kunt bouwen zijn beperkt. In het pensioenakkoord is daarom afgesproken dat deze groep gecompenseerd wordt: hun pensioenresultaat mag er niet op achteruit gaan. Waarschijnlijk zal het gaan om fiscale maatregelen in combinatie met ‘subsidie’ vanuit de pensioenfondsen zelf.

Oudere

Word je 65 jaar na 2020, dan gaat de AOW en aanvullend pensioen in vanaf 66 jaar. De hoogte van het pensioen is onzeker en afhankelijk van rendement en levensverwachting. Ben je voor 1955 geboren, dan word je niet erg geraakt door de nieuwe plannen.

Tijd voor een eigen ‘potje’

Onzekerheid lijkt de grootste zekerheid van dit pensioenakkoord. Het is dus verstandig om een eigen potje op te bouwen. Voor jongeren, maar zeker ook voor de groep 40-55-jarigen. Dat kan door te sparen of door te beleggen. Je kunt ook minder uitgeven als je met pensioen bent, bijvoorbeeld door voor die tijd je huis (deels) af te lossen of te verhuizen naar een goedkopere woning. Veel mensen kiezen waarschijnlijk voor een mix van deze drie: sparen, beleggen en kosten verlagen.

Wat als ik eerder wil stoppen met werken?

Ga er eens, samen met je partner of alleen, voor zitten en bedenk hoe jouw ‘later’ eruit zou moeten zien. Wat betekent het pensioenakkoord voor jouw persoonlijke situatie? Misschien wil je toch eerder met pensioen of denk je aan deeltijdpensioen.


  1. Hoe scheef wordt dit voorgesteld als een meevaller voor de pensioenfondsen. De bestuurders van deze instellingen (wie zijn dat ook alweer?) hebben de afgelopen 20 jaar een verkeerd beleid gevoerd waar ze nu steeds weer de rekening van krijgen.
    Toen de rente voor het eerst onder de 4% kwam eind jaren negentig kregen ze de eerste waarschuwing. Nu horen ze al jarenlang dat de rente daalt en nog verder daalt en langer laag zal blijven.
    Het beleid is nooit aangepast om zich hiertegen te verzekeren. Kennelijk met het idee dat het een kortstondig probleem zou zijn en dat de rente snel weer zou stijgen.
    Het echte probleem is dus de bestuurders, zeker van de grote pensioenfondsen waar het draait om veel geld en veel deelnemers.
    Het pensioenakkoord is dus niet de oplossing want ik hoor nog steeds niet dat het beleid ingezet wordt op afdekking van rentedalingen.
    Bij ongewijzigd beleid zitten de grote fondsen snel onder de 100% dekkingsgraad en moet er gekort worden ondanks een nieuw pensioenakkoord.
    De bestuurders mogen blijven??

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *