Zonder dat je er erg in hebt, sleep je iedere dag weer spullen je huis is. Vaak gaan er meer spullen in dan uit. Na een paar jaar ga je dat merken. De rommel stapelt zich op, de kasten puilen uit en overal waar je kijkt staan spullen die je al dan niet gebruikt. Dat is niet erg zen. Want je weet, rommel in je huis is onrust in je hoofd. Tijd om je huis te ontrommelen en je van onnodige ballast te ontdoen. Maar hoe pak je dat aan?
#1 Verzamel materiaal om spullen in te pakken
Het klinkt een beetje tegenstrijdig om eerst nog meer spullen in huis te halen om je huis te ontrommelen. Maar je moet nu eenmaal de spullen die je weg wilt doen ergens in doen. Verzamel daarom kartonnen dozen. Dat mogen allerlei dozen zijn van verhuisdozen voor grote spullen tot kleine verzenddozen die je goed kan afsluiten en die daarom geschikt zijn om kleine spulletjes in te bewaren. Verder zijn handig plastic (handwikkel)folie, om spullen of meerdere spullen bij elkaar te verpakken terwijl je nog wel kan zien wat erin zit. Brede plastic tape om dozen af te sluiten en etiketten om op de dozen te schrijven wat er precies in zit.
#2 Maak er tijd voor vrij
Hoe je het ook wilt doen, het kost je tijd. Je kan kiezen voor de lange weg en iedere dag een kwartier vrijmaken of iedere dag een lade of kastje aanpakt of de snelle weg waarbij je een paar dagen vrijmaakt om te ontrommelen. Kies een manier die haalbaar is en die bij je past.
#3 Pak ruimte voor ruimte aan
Als je meerdere kamers hebt, begin dan met één kamer en maak die helemaal af. Zet bij de deur drie dozen neer. Eén voor spullen die weggegooid moeten worden, één met spullen die je wilt weggeven of verkopen, en nog één voor spullen die je niet nodig hebt maar ergens anders wilt opslaan.
#4 Wat kan er weg?
De ene persoon heeft meer moeite om spullen weg te gooien dan de ander. Deze spullen mogen zeker weg:
- Spullen in de keuken of badkamer die over de datum zijn (oud
- e make-up, oude toiletartikelen, oude kruiden, enz)
- Snoeren en laders van apparaten die je niet meer gebruikt
- Spullen of apparaten die kapot zijn.
- Keukenapparatuur die je nooit gebruikt
- Kleding en schoenen die kapot zijn, die je niet meer past of die je al een jaar of langer niet gedragen hebt.
- Enkele sokken
- Oude kranten en tijdschriften
- Gebruikte batterijen
- Ongebruikte kaarsen
- Oude handdoeken en oud beddengoed
- Tassen die je nooit gebruikt
- Alles wat je dubbel hebt
#5 Streef naar geen zichtbare rommel
Met andere woorden, zorg dat alles een eigen plekje heeft in een kast of lade zodat er geen losse spullen hoeven rond te slingeren. Tafels, aanrecht en de bovenkant van kasten zijn plekken waar zich makkelijk rommel opstapelt. Streef er naar om die oppervlakten leeg te houden. Gebruik onzichtbare plekken als onder het bed om spullen die je niet vaak nodig hebt, op te bergen.
#6 Beperk het aantal siervoorwerpen
Hou je van mooie sierspullen zoals vazen, kaarsen, beeldjes? Probeer het aantal dan te beperken. Je mooie spullen komen beter uit als ze alleen staan. Beperk je bijvoorbeeld tot drie stuks per plank of per oppervlakte. Bovendien is het rustiger voor het oog en hoef je minder af te stoffen. Je hoeft de spullen waar je aan gehecht bent niet weg te gooien. Sla ze op en wissel ze af en toe eens om.
#7 Kan je geen afscheid nemen? Sla het op
Vind je het moeilijk om bepaalde spullen weg te gooien? Pak het dan goed in kartonnen dozen, schrijf er duidelijk op wat er in zit en sla het op. Op zolder, in de garage of als je zelf geen ruimte hebt, kan je tegenwoordig opslagruimte huren per vierkante meter.
#8 Volhouden en bijhouden
Probeer iedere ruimte die je hebt aangepakt bij te houden. Dat doe je allereerst door te voorkomen dat er nieuwe spullen bij komen. Een andere optie is om steeds iets weg te doen als je iets nieuws wilt toevoegen. Geef nieuwe spullen een eigen, vaste plaats. Leer jezelf aan om voordat je een ruimte verlaat even te kijken of er spullen zijn die je kan meenemen, opruimen of verplaatsen.