Tips om je kind te leren fietsen

Nederland is een echt fietsland en ieder kind leert vroeg of laat fietsen.

De meeste peuters beginnen al met een loopfietsje. Heel goed voor de balans en om de motoriek te oefenen. Als kleuter is er dan vaak een driewieler. Ook heel leerzaam en goed om te leren trappen en sturen. Maar dan, bij het ene kind is dat rond het vierde jaar bij de ander pas rond het zesde jaar, is het toch tijd voor een echte fiets, al dan niet met zijwieltjes.

Welke leeftijd?

Op welke leeftijd je kind kan leren fietsen, hangt vooral van de ontwikkeling van het kind zelf af. Op 4-jarige leeftijd hebben veel kinderen genoeg gevoel voor evenwicht, kracht in de beentjes en zijn ze slim genoeg om de basisinstructies te begrijpen. Maar dat geldt niet voor alle 4-jarigen. Sommige kinderen zijn er pas klaar voor rond hun zesde. Vaak hebben ouders de neiging om bij het oudste kind te snel te beginnen en bij latere kinderen wat langer te wachten.

Hoe lang duurt het om je kind te leren fietsen?

Het ene kind leert het in een uurtje de ander heeft er een week of langer voor nodig. Ga niet te lang door met oefenen en als je merkt dat het leren fietsen niet goed gaat of je kind wordt boos of gefrustreerd, stop er dan mee en zet de fiets een paar maanden weg.

De tips hieronder kunnen helpen…

1 Koop de goede fiets

Voor een kind dat leert fietsen is de grootte van de wielen belangrijk. Meestal heeft een geschikte fiets voor beginnende fietsertjes wielen van 14 of 16 inch. De voeten van je kind moeten makkelijk de grond kunnen raken terwijl je kind met de benen gestrekt op het zadel zit. Een fiets die licht is, is makkelijker te hanteren dan een wat zware fiets en terugtrapremmen zijn fijner omdat je kind anders op teveel dingen ineens moet letten.

2. Zijwieltjes

Als je kind los gaat fietsen, zijn zijwieltjes een goed hulpmiddel dat vallen kan voorkomen.

3. Haal de trappers er tijdelijk af

Door de trappers tijdelijk van de fiets te halen kan je kind alvast wennen aan de fiets en dezelfde techniek gebruiken als bij loopfietsen. Dat geeft je kind vertrouwen en je leert ze te balanceren met hun gewicht en hun evenwicht te houden. Gaat dat je kind makkelijk af, dan is het tijd voor de volgende stap. Zet de trappers er weer op.

4. Zonder hulpmiddelen

Is je kind aan de fiets gewend en kan het redelijk uit de voeten met de zijwieltjes? Dan is het moment daar om de wieltjes eraf te halen en het zonder hulpmiddelen te gaan proberen. Zoek een rustige plek uit, liefst een geasfalteerd fietspad of parkeerplaats waar de ondergrond mooi egaal is. Leg om te beginnen nog eens uit hoe er geremd moet worden en laat dat achteruit trappen even oefenen terwijl je de fiets en het kind vasthoudt en vooruit duwt.

5. Een steuntje in de rug

Begin met een steuntje in de rug. Houd je kind van achteren bij de nek vast en laat hem beginnen met trappen. Leer je kind dat je begint met fietsen door één trapper omhoog en de ander naar beneden te zetten. Laat je kind voor zich kijken en niet naar de grond of de trappers. Ren met de fiets mee tot je kind het evenwicht heeft gevonden. Laat los als het goed gaat maar blijf er wel naast rennen (goed voor je conditie).

Valt je kind vaak of is het bang om te vallen? Een helm en knie en elleboogbeschermers kunnen dan nuttig zijn.