Een scheiding heeft behalve de emotionele aspecten ook grote financiële gevolgen. Er zal een verdeling moeten worden gemaakt van het opgebouwde vermogen, inkomen en ook het pensioen.
Hoe wordt de verdeling van het pensioen wettelijk geregeld?
De verdeling van het ouderdomspensioen bij echtscheiding is bij wet geregeld (Wet verevening pensioenrechten bij scheiding).
De wettelijke regeling bepaalt dat het tijdens het huwelijk/geregistreerd partnerschap door de partners opgebouwde ouderdomspensioen in gelijke delen wordt gesplitst. Er kan worden afgeweken als de partners in de huwelijkse/partnerschapsvoorwaarden of in een scheidingsconvenant uitdrukkelijk hebben afgesproken de toepasselijkheid van deze wet uit te sluiten.
De partner heeft twee jaar de tijd om aanspraak te maken op rechtstreekse uitkering van de pensioenrechten van de ex-partner. Bij de pensioenuitvoerder kan hiervoor een speciaal formulier worden aangevraagd. Ontvangt de pensioenuitvoerder dit formulier niet op tijd dan vervalt het recht op rechtstreekse uitbetaling aan degene die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd.
Ex-partner behoudt recht op deel pensioen
De ex-partner behoudt wel recht op een deel van het ouderdomspensioen, maar zal dan dat deel rechtstreeks uitbetaald moeten krijgen van de ex-partner die het pensioen heeft opgebouwd.
De pensioenuitvoerder betaalt het verdeelde ouderdomspensioen rechtstreeks uit aan beide ex-partners. Maar het is dus wel belangrijk om de pensioenuitvoerder tijdig van de scheiding op de hoogte te brengen.
Voor de duidelijkheid:
het betreft hier de verdeling van het ouderdomspensioen. Het opgebouwde recht op nabestaandenpensioen komt in principe altijd aan de partner toe. Ook hier kan van worden afgeweken.
Door H. Deijk- FBadrem